bekoord
- be·koord
- vervoeging van bekoren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | bekoren… |
verbogen vorm: | bekoorde |
bekoord
- voltooid deelwoord van bekoren
vervoeging van: | bekoren… |
verbogen vorm: | bekoorde |
bekoord