Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·kom·mer·de

Bijvoeglijk naamwoord

bekommerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bekommerd

Werkwoord

vervoeging van
bekommeren

bekommerde

  1. enkelvoud verleden tijd van zich bekommeren
    • Ik bekommerde me. 
    • Jij bekommerde je. 
    • Hij, zij, het bekommerde zich. 
  2. verbogen vorm van zich bekommerd, voltooid deelwoord van zich bekommeren

Gangbaarheid