bekom
- be·kom
vervoeging van |
---|
bekomen |
bekom
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekomen
- Ik bekom.
- gebiedende wijs van bekomen
- Bekom!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekomen
- Bekom je?
- Het woord bekom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- be·kom
- Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | 194915 |
---|
bekom
- verleden tijd van bekomme
bekom
- gebiedende wijs van bekomme
- be·kom
- Noorse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
bekom
- verleden tijd van bekomme
bekom
- gebiedende wijs van bekomme