• be·klop
vervoeging van
bekloppen

beklop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekloppen
    • Ik beklop. 
  2. gebiedende wijs van bekloppen
    • Beklop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekloppen
    • Beklop je?