Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klon·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
beklinken

beklonken

  1. meervoud verleden tijd van beklinken
    • Wij beklonken. 
    • Jullie beklonken. 
    • Zij beklonken. 
  2. voltooid deelwoord van beklinken
     Maar het was nu eenmaal zo dat mannen een sigaar namen wanneer ze een zaak beklonken.[1]

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be