beklonken
- be·klon·ken
- vervoeging van beklinken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (/ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
beklinken |
beklonken
- meervoud verleden tijd van beklinken
- Wij beklonken.
- Jullie beklonken.
- Zij beklonken.
- Wij beklonken.
- voltooid deelwoord van beklinken
- ▸ Maar het was nu eenmaal zo dat mannen een sigaar namen wanneer ze een zaak beklonken.[1]
- Het woord beklonken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beklonken" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be