• be·klom·men
vervoeging van
beklimmen

beklommen

  1. meervoud verleden tijd van beklimmen
    • Wij beklommen. 
    • Jullie beklommen. 
    • Zij beklommen. 
  2. voltooid deelwoord van beklimmen
     Het Giro-peloton neemt de befaamde berg vanaf de noordkant. Nooit eerder in de wielergeschiedenis eindigde een etappe op de Galibier, nadat de renners de col vanaf de noordzijde hadden beklommen.[1]
  1.   Weblink bron “Giro eert Pantani met Galibier” (20-09-2012), NOS