• be·kann·te
  • Duitse bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel be-

bekannte

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van bekannt

bekannte

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van bekannt

bekannte

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van bekannt
  • bekannte Filmschauspieler
bekende filmacteurs

bekannte

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van bekannt

bekannte

  1. bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van bekannt
  2. bekannte
  3. bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van bekannt
  • die bekannte Apfelsorte
het bekende appelras

bekannte

  1. bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van bekannt

bekannte

  1. bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van bekannt
  • das bekannte Stadtviertel
de bekende wijk

bekannte

  1. bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van bekannt

bekannte

  1. onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van bekannt
  • eine bekannte Straße
een bekende straat

bekannte

  1. onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van bekannt