beidt
- beidt
vervoeging van |
---|
beiden |
beidt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beiden
- Jij beidt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beiden
- Hij beidt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beiden
- Beidt!
- Het woord beidt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.