• be·hers·ket
  • Bijvoeglijk gebruik van het Deense voltooid deelwoord van beherske
  • Afleiding van het Deense werkwoord herske met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -t
Naar frequentie 56842
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud behersket
o enkelvoud behersket
meervoud beherskede
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
beherskede

behersket

  1. beheerst

behersket

  1. voltooid deelwoord van beherske