Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ge·leidt

Werkwoord

vervoeging van
begeleiden

begeleidt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begeleiden
    • Jij begeleidt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van begeleiden
    • Hij begeleidt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van begeleiden
    • Begeleidt!