begaapten
- be·gaap·ten
vervoeging van |
---|
begapen |
begaapten
- meervoud verleden tijd van begapen
- Wij begaapten.
- Jullie begaapten.
- Zij begaapten.
- Wij begaapten.
- Het woord begaapten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.