befietsten
- Geluid: befietsten (hulp, bestand)
- be·fiets·ten
vervoeging van |
---|
befietsen |
befietsten
- meervoud verleden tijd van befietsen
- Wij befietsten.
- Jullie befietsten.
- Zij befietsten.
- Wij befietsten.
- Het woord befietsten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.