bedrupt
- be·drupt
- vervoeging van bedruppen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van |
---|
bedruppen |
bedrupt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedruppen
- Jij bedrupt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedruppen
- Hij bedrupt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bedruppen
- Bedrupt!
vervoeging van: | bedruppen… |
verbogen vorm: | bedrupte |
bedrupt
- voltooid deelwoord van bedruppen
- Het woord bedrupt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.