bedronken
- be·dron·ken
- vervoeging van bedrinken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerverandering i-o (/ɪ/ - /ɔ/)
vervoeging van |
---|
bedrinken |
bedronken
- meervoud verleden tijd van zich bedrinken
- Wij bedronken ons.
- Jullie bedronken je.
- Zij bedronken zich.
- Wij bedronken ons.
- voltooid deelwoord van bedrinken
- Het woord bedronken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.