bedienden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bedienden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·dien·den

Werkwoord

vervoeging van
bedienen

bedienden

1. meervoud verleden tijd van bedienen
   

   • Wij bedienden. 
     
   • Jullie bedienden. 
     
   • Zij bedienden. 

Zelfstandig naamwoord

de bedienden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bediende

Synoniemen

• bediendes