Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·blaard
stellend
onverbogen beblaard
verbogen beblaarde

Bijvoeglijk naamwoord

beblaard

  1. met blaren
     Maar ga dat maar eens uitleggen aan de amateurs, beroepslopers en militairen die bezweet en beblaard de finishlijn in Nijmegen passeren – op zoek naar bier, bloemen en een bad.[1]

Gangbaarheid

56 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rutger Pontzen
    “Zen, bewegingstheater en schoonheidsbeleving” (18 juli 2008), de Volkskrant
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be