beachtliche
- be·acht·li·che
- Duitse bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel be-
beachtliche
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van beachtlich
beachtliche
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van beachtlich
beachtliche
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van bekannt
- beachtliche Mengen
aanzienlijke hoeveelheden
beachtliche
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van beachtlich
beachtliche
- bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van beachtlich
beachtliche
- bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van beachtlich
- die beachtliche Länge
de aanzienlijke lengte
beachtliche
- bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van beachtlich
beachtliche
- bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van beachtlich
- das beachtliche Potenzial
het aanzienlijke potentiaal
beachtliche
- bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van beachtlich
beachtliche
- onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van beachtlich
- eine beachtliche Leistung
een opmerkelijke prestatie
beachtliche
- onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van beachtlich