baut aa
- baut aa
verbinding van baut en aa
(er, sie, es) baut aa
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aabaue
(er, sie, es) baut aa
- derde persoon enkelvoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aabaue
(dihr, der) baut aa [1]
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aabaue
(dihr, der) baut aa [1]
- tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aabaue
(ihr, er) baut aa [2]
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aabaue
(ihr, er) baut aa [2]
- tweede persoon meervoud toekomende tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van aabaue