baroktuintje
Nederlands
.
Uitspraak
- Geluid: baroktuintje (hulp, bestand)
- IPA: / baˈrɔktœyncə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ba·rok·tuin·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het baroktuintje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord baroktuin
Gangbaarheid
- Het woord baroktuintje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.