Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • balk·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbalken

balkten (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanbalken
    • Wij balkten aan. 
    • Jullie balkten aan. 
    • Zij balkten aan. 

Gangbaarheid