• ba·kert in
vervoeging van
inbakeren

bakert in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbakeren
    • Jij bakert in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbakeren
    • Hij bakert in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inbakeren
    • Bakert in!