bakerkinderen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bakerkinderen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbakərˌkɪndərə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- ba·ker·kin·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- bakerkind met uitgang -eren
Zelfstandig naamwoord
de bakerkinderen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bakerkind
- ▸ Wij vinden dus twee bakerkinderen, die het echter samen met één pappot moeten doen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'bakerkinderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron G.J. Boekenoogentoespraak van den voorzitter. in: Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, over het jaar 1922-1923. (1923), E.J. Brill, Leiden, p. 13