avtrapninger
- av·trap·nin·ger
- Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel av-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
avtrapninger
- nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk enkelvoud van avtrapning
- avtrappinger zn , m / v