• av·ta·len
  • Noorse zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel av-
Naar frequentie 1818

avtalen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van avtale


  • av·ta·len
  • Nynorske zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel av-

avtalen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van avtale