avoir un goût à chier
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van avoir, un, goût, à en chier; letterlijk: "een schijtsmaak hebben"
Werkwoord
avoir un goût à chier
- (spreektaal) een rotsmaak hebben
- «Ce pinard a un goût à chier.»
- Deze wijn heeft een rotsmaak. [1]
- «Ce pinard a un goût à chier.»