apparenterende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ap·pa·ren·te·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | apparenteren |
apparenterende
- verbogen vorm van apparenterend, het onvoltooid deelwoord van apparenteren
vervoeging van: | apparenteren |
verbogen vorm: | apparenterendee |
apparenterende