apostilleer
- Geluid: apostilleer (hulp, bestand)
- apos·til·leer
vervoeging van |
---|
apostilleren |
apostilleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van apostilleren
- Ik apostilleer.
- gebiedende wijs van apostilleren
- Apostilleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van apostilleren
- Apostilleer je?
- Het woord apostilleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.