• apen·ap·pels

de apenappelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord apenappel
     Tijdens de dag, hebben wij een boom gezien met apenappels. Ze hebben de smaak en de kleur van mispels.[1]
  1.   Weblink bron
    Paul Lelateur (vert. Peter De Langhe)
    Operatie “Overleven” in: Briefing, nr. 113 (juni 2012), ANPCV vzw Regionale Brabant, p. 14