Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Voorkeuren
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
anticipeerden
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
anticipeerden
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
an·ti·ci·peer·den
Werkwoord
vervoeging van
anticiperen
anticipeerden
meervoud verleden tijd van
anticiperen
Wij
anticipeerden
.
Jullie
anticipeerden
.
Zij
anticipeerden
.