• an·ti·cham·breert
vervoeging van
antichambreren

antichambreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van antichambreren
    • Jij antichambreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van antichambreren
    • Hij antichambreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van antichambreren
    • Antichambreert!