• an·nexeert
vervoeging van
annexeren

annexeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annexeren
    • Jij annexeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annexeren
    • Hij annexeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van annexeren
    • Annexeert!