vervoeging van
amarrer

amarra

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van amarrer


enkelvoud meervoud
amarra amarras

amarra v

  1. (scheepvaart) tros, kabel, landvast, meertouw
vervoeging van
amarrar

amarra

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar