• al·ber·gue
enkelvoud meervoud
albergue albergues

albergue m

  1. onderkomen
  2. herberg
  • albergue juvenil
jeugdherberg
vervoeging van
albergar

albergue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van albergar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van albergar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van albergar