agua

  1. water


agua v

  1. water


agua

  1. water


  • IPA: /ˈa.ɣwa/
  • a·gua
enkelvoud meervoud
agua aguas

agua v

  1. water
vervoeging van
aguar

agua

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aguar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aguar