agglutineer
- Geluid: agglutineer (hulp, bestand)
- ag·glu·ti·neer
vervoeging van |
---|
agglutineren |
agglutineer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van agglutineren
- Ik agglutineer.
- gebiedende wijs van agglutineren
- Agglutineer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van agglutineren
- Agglutineer je?
- Het woord agglutineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.