• aga's
  • aga met uitgang -s

de aga'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aga
     Vroeger stonden de bezoarsteenen in hoog aanzien, als een onfeilbaar tegengif en een middel tegen een aantal kwalen, en in het Oosten schrijft men eerstgenoemde eigenschap er nog aan toe. Om die reden worden zij er door de pasja's en aga's duur betaald.[1]
  1.   Weblink bron
    Zondervan, Henri (red.)
    “Winkler Prins' geïllustreerde encyclopaedie. Deel 3”, 4e druk (1915), Elsevier, Amsterdam, p. 363 kol. 2 "Bezoar"