afzonder
- af·zon·der
vervoeging van |
---|
afzonderen |
afzonder
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzonderen
- ... dat ik afzonder.
- Het woord afzonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
afzonderen |
afzonder