afvuur
- af·vuur
vervoeging van |
---|
afvuren |
afvuur
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvuren
- ... dat ik afvuur.
- Het woord afvuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
afvuren |
afvuur