afspoorden
- Geluid: afspoorden (hulp, bestand)
- af·spoor·den
vervoeging van |
---|
afsporen |
afspoorden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afsporen
- ...dat wij afspoorden.
- ...dat jullie afspoorden.
- ...dat zij afspoorden.
- ...dat wij afspoorden.
- Het woord 'afspoorden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.