afslappen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·slap·pen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
afslappen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afslappen |
slapte af |
afgeslapt |
zwak -t | volledig |
- (kookkunst) spijs vloeibaarder maken door vocht of ei toe te voegen waardoor ze spuitbaar wordt
Gangbaarheid
- Het woord 'afslappen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.