afschrik
- af·schrik
vervoeging van |
---|
afschrikken |
afschrik
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschrikken
- ... dat ik afschrik.
- Het woord afschrik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
afschrikken |
afschrik