afford
- Geluid: afford (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /əˈfɔɹd/
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to afford |
he/she/it | affords |
verleden tijd | afforded |
voltooid deelwoord |
afforded |
onvoltooid deelwoord |
affording |
gebiedende wijs | afford |
afford
- zich veroorloven
- «We can only afford to buy a small car at the moment.»
- We kunnen ons op het moment slechts veroorloven om een klein autootje te kopen.
- «We can only afford to buy a small car at the moment.»
- leveren
- «The sea affords an abundant supply of fish.»
- De zee levert een overvloedige voorraad vis.
- «The sea affords an abundant supply of fish.»