Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
afbouwt
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
afbouwt
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
af·bouwt
Werkwoord
vervoeging van
afbouwen
afbouwt
(in een bijzin)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
afbouwen
... dat jij
afbouwt
.
(in een bijzin)
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
afbouwen
... dat hij
afbouwt
.