Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adi·os
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Spaans

Tussenwerpsel

adios

  1. afscheidsgroet
    • ,,Als ik je zo had gezien, had ik echt gezegd: adios amigos!" [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen