active

  1. actief


active

  1. vrouwelijk enkelvoud van actif
vervoeging van
activer

active

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van activer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van activer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van activer


vervoeging van
activar

active

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van activar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van activar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van activar