achterzeilden
- ach·ter·zeil·den
vervoeging van |
---|
achterzeilen |
achterzeilden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van achterzeilen
- ...dat wij achterzeilden.
- ...dat jullie achterzeilden.
- ...dat zij achterzeilden.
- ...dat wij achterzeilden.
- Het woord 'achterzeilden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.