accrediteer
- Geluid: accrediteer (hulp, bestand)
- ac·cre·di·teer
vervoeging van |
---|
accrediteren |
accrediteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accrediteren
- Ik accrediteer.
- gebiedende wijs van accrediteren
- Accrediteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accrediteren
- Accrediteer je?
- Het woord accrediteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.