accessoires
- Geluid: accessoires (hulp, bestand)
- ac·ces·soi·res
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bijkomende zaken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1503 [1]
de accessoires mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord accessoire
- Het woord accessoires staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "accessoires" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "accessoires" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
accessoires
- vrouwelijk en mannlijk meervoud van accessoire
accessoires mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord accessoire