Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • a·bor·tar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abortar
abortaba
abortado
volledig

Werkwoord

abortar

  1. overgankelijk aborteren
  2. doen mislukken, (voortijdig) afbreken
  3. onovergankelijk abortus plegen
  4. een miskraam hebben
  5. mislukken