abonneer
- abon·neer
vervoeging van |
---|
abonneren |
abonneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
- Ik abonneer.
- gebiedende wijs van abonneren
- Abonneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abonneren
- Abonneer je?
- Het woord abonneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.